vrijdag 30 mei 2014

Verhaaltje voorlezen? Scheikunde graag!


Het leuke van voorlezen vond ik altijd dat zoonlief er zo blij van werd. Inmiddels weet ik dat voorlezen leuk blijft, ook nu zoonlief groot is. Het gaat nu bij mij thuis niet meer om een kort verhaaltje voor het slapen gaan, maar over ingewikkelde ‘materie’. Het effect is wel gelijk gebleven, na het voorlezen is zoonlief blij.

Dyslexie werkt overal in door omdat het technisch lezen zoveel aandacht vraagt, dus ook bij het leren voor toetsen. Dat betekent dat je tijdens het lezen van teksten je hersens op twee manieren in moet zetten. Met zoveel mogelijk aandacht bij de inhoud van de tekst en met een zo klein mogelijk gedeelte van je aandacht bij de letters van diezelfde tekst.

Vaak gaat het dan -gelukkig- wel goed, en lukt het om de leerstof te begrijpen en op te nemen. Soms lukt dat niet zo goed, bijvoorbeeld bij scheikunde. Omdat scheikunde allerlei woorden bevat die zowel lang zijn als die je niet dagelijks gebruikt, wordt een groot beroep gedaan op het ‘lettergeheugen’. Dit terwijl scheikunde zo'n vak is dat de nodige aandacht vraagt om het te kunnen doorgronden. Maar door de specifieke scheikunde-woorden, ging de volle aandacht naar het lezen van die woorden. Dus na drie of vier keer herlezen van de stof haakte zoonlief af, hij begreep er echt hélémáál niets van.

Omdat dat niet zo goed is voor het resultaat (lees een laag cijfer bij de toets) vroeg hij of ik hem wilde helpen. Natuurlijk. Op mijn vraag hoe ik hem het beste kon helpen, reageerde hij met “voorlezen”.
Goed, daar ga ik dan. Ik lees allerlei zinnen voor met woorden en lettercombinaties waar ik geen touw aan vast kan knopen. En zoonlief zit te hummen. Na een of twee paragrafen check ik maar even: "ik snap niks van wat ik nu zit voor te lezen, maar jij snapt het wel, toch?" Instemmend gehum. En zo gaan we verder, tot het eind van het hoofdstuk. Dan veert hij enthousiast op. "Oooo, het is eigenlijk heel simpel, het zit zo en zo", en hij vraagt zich af wat hij er eerst nou zo moeilijk aan vond.

Het is misschien een beetje anders dan de verhaaltjes die ik vroeger voorlas, maar het effect is zeker zo leuk. Dus, kom maar op, ik lees wel voor. Ook scheikunde!

vrijdag 23 mei 2014

Samen lezen en meters maken



Toen zoonlief in groep drie zat, vond de juf het een goed idee om regelmatig te oefenen met lezen. Dan was het de bedoeling dat hij voorlas. Dus wij gingen ijverig aan de slag. Maar o wat was het moeilijk om beheerst en geduldig te blijven wachten tot hij alle letters had omgevormd tot een woord, en al die woorden tot een zin en al die zinnen tot een bladzijde. 

Dat nam zoveel tijd in beslag dat het haast niet mogelijk was om aan het eind nog te weten wat we aan het begin gelezen hadden. En maar aanmoedigen en maar prijzen, maar niet echt met een duidelijk resultaat. Het leek helemaal niet op het ‘leuk’ dat het volgens de juf zou zijn. Op dat moment wisten we nog niet dat hij dyslectisch was. We worstelden wat af, avond aan avond, en het ging maar niet sneller. Niet echt motiverend dus.

Om daar wat verandering in te brengen, zijn we het anders gaan doen. Hij een regel, ik een regel. Hij een regel, ik twee regels. De linker bladzijde afwisselend hij een regel, ik een regel, en daarna ik de rechter bladzijde. Wel leuk voor het verhaaltje, maar niet voor het maken van de noodzakelijke meters waar de juf zo op aandrong.

Tot we het op een avond nog anders deden. Als het zijn beurt was om een regel te lezen, las ik met hem mee. Heel zacht hardop. En dat hielp! Door het samen hardop lezen hoorde hij aan de beginletters die ik maakte om welke letter het ging, en las hij met mij mee. Een fractie van een seconde was genoeg steun voor hem. Zo kwam er een beetje tempo in. Vanaf dat moment gingen we elkaar voorlezen, werd het leuk en hebben we meters gemaakt.

vrijdag 16 mei 2014

Rekenen? Getallen ontcijferen!


'Wat snap je niet bij deze som?' is de vraag die juf stelde toen zoonlief wat langer moest nadenken bij het rekenen, 'dan leg ik het je nog een keer uit'. Het antwoord was verrassend: 'hoe je het opschrijft'.

Een op het eerste gezicht niet zo heel moeilijke som, kan een dyslect voor grote raadsels plaatsen.
9+9=
Begin daar maar eens aan.
Eerst maar eens overschrijven.
Dan de knellende vraag, is het de zes of is het de negen? Wat is ook al weer het verschil? O ja, met het steeltje naar boven is de zes, dus dit is de negen.
Dan is de som dus negen plus negen. Ha, dat is een makkie, ik weet het antwoord: achttien.
En dan schrijf je dat op...

Na vaak een rode streep erbij, weet je dat je nu ook nog even goed moet nadenken. Want nu zijn er twee mogelijkheden. 18 en 81. En er was iets mee... Het klinkt als acht - tien, dus dan schrijf je tien - acht. Toch?

Zo nam het 'rekenen' toch wel wat tijd in beslag, en leverde veel rode strepen op. Zodat de juf hem toch maar vroeg wat hij bij het rekenen nog lastig vond omdat het niet zo vlotjes ging en omdat hij zoveel fouten maakte.
Waarna, tot grote woede van mijn zoon, een hele uitleg volgde over tientallen en eenheden. Tot in alle frustratie duidelijk werd dat dit helemaal niet de juiste conclusie was, dat het daar helemaal niet om ging. Tijdens het oplossen van de som had zoonlief veel tijd nodig gehad om de volgende stappen te doorlopen:
6
9+9=
9+9= 81
9+9= 18

Hoewel de som 'een makkie' was, maakte het ontcijferen van de getallen rekenen ingewikkeld.

vrijdag 9 mei 2014

Letter en beker


Hoe je het ook wendt of keert, een beker blijft een beker. Maar een letter niet, die kan van klank veranderen.
Toen zoonief in groep drie zat, had hij niets met letters. Terwijl klasgenootjes al vlot zinnetjes lazen, deed hij niks met letters. Of beter gezegd, deed hij maar wat met letters. Tot ik op een dag ten einde raad een beker pakte. “Kijk”, zei ik met de beker in mijn hand die ik alle kanten uit draaide, “een beker blijft een beker, hoe je hem ook draait. Maar bij een letter is het belangrijk hoe hij gedraaid is. Als je hem draait, verandert hij van klank. Een d wordt als je hem omdraait een b, of als je verder draait een p en nog verder een q. Om daarna weer een d te worden”. Dan krijg je andere woorden, bijvoorbeeld doos, boos of poos.

Het maakt in een zin wel verschil: De postbode brengt een doos, wacht een poos of wordt een beetje boos.
Eerst deed mijn zoon maar wat en vroeg zich af wat de postbode deed. Vulde in wat hem het beste leek. Na ons korte gesprekje klaarde zijn gezichtje op. Voor hem was het tot dat moment gewoon de letter van dat streepje en het rondje, die je steeds anders uitsprak. Maar dit verklaarde het wel, er was dus een verschil, je hoefde niet te raden! Nu alleen nog het verschil onder de knie krijgen.

Laatst vertelde hij mij, inmiddels bijna volwassen, dat het helemaal niet waar is wat ik altijd zeg, dat hij de d of de b door elkaar haalt. Die weet hij best. Het zijn juist twee andere letters.

Welke? Tja, ze lijken ook zo op elkaar, dat kon hij mij niet vertellen ….

Ideeën om dyslexie de baas te worden

Ik ben trots op mijn zonen. Eén leest graag boeken, hij verslindt ze, één haalt allemaal negens en tienen en één heeft in de onderbouw van het voortgezet onderwijs gymnasium gedaan. En toch zijn ze dyslectisch.

Ik weet dat geen enkel kind gelijk is. Dat geen enkele dyslexie hetzelfde is. En elke definitie van dyslexie legt andere accenten. De Stichting Dyslexie Nederland hanteert de volgende definitie: “Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau.”

In de praktijk herken ik vooral de hardnekkigheid, het automatiseringsprobleem en het technische lezen. Elke keer weer moeten nadenken over die letter, dat wil maar niet automatiseren. Het is zeer hardnekkig en het lezen blijft zo technisch. Hoe weet je dan waar de gelezen tekst over gaat? Een frustratie die dit met zich meebrengt!
Met drie intelligente maar dyslectische zonen, heb ik heel veel uitgeprobeerd om ze te helpen. Als het niet linksom gaat, om het dan rechtsom te proberen. Dat vraagt om veel creatieve ideeën om steeds weer een nieuwe list te verzinnen hoe het wel zou kunnen lukken. Dat heb ik gedaan en dat doe ik nog steeds. Ondanks alles, alle inzet die dit vraagt is het ook leuk om te doen. Zien hoe ze beter worden. Dat er (uiteindelijk) uitkomt wat erin zit. Er blijkt altijd nog een andere manier om het te proberen, om weer een stap verder te komen. Stapje voor stapje kom je uiteindelijk waar je wilt zijn.

Maar zonder alle creatieve ideeën om het aan te pakken was dat niet gelukt. Dit is zoveel, dat ik besloten heb het op te schrijven en te delen, zodat anderen hun voordeel daarmee kunnen doen.

Daarom deze blog!