Maar dit is voor zoonlief, hoewel frustrerend, geen verrassing. Hij had zichzelf ook al getest aan klasgenootjes en vriendjes. Hij wist al dat hij blijft steken waar hij weet dat vriendjes dat niet doen. Uit de klas weet hij al dat klasgenootjes de pagina omdraaien als hij pas halverwege is.
Maar er zijn ook nog andere testjes. Op internet circuleren plaatjes met de vraag of je de geschreven tekst kan lezen. Dat is dan een verhaaltje waarin bijvoorbeeld wordt uitgelegd dat de volgorde van letters niet uitmaakt, zolang de eerste en laatste letter maar op de juiste plek staat, omdat je hersens er toch het juiste woord van maken. Of verhaaltjes waarin letters door cijfers vervangen zijn. Als je dat hebt kunnen lezen blijkt het over de verwondering te gaan dat je na een haperend begin, uiteindelijk redelijk vlotjes de tekst hebt kunnen lezen. Of zinnen waarin de woorden spiegelbeeldig zijn, of achterstevoren zijn gespeld.
Deze testjes worden mij weleens toegestuurd, met de vraag of zoonlief dit zou kunnen lezen. Het blijkt dat zoonlief deze teksten vlot kan lezen. Eigenlijk net zo vlot als hij 'gewone' teksten leest, zonder haperend begin. Zo kan hij ook vlot een tekst lezen als het ondersteboven voor hem ligt. Het maakt hem eigenlijk niet zoveel uit.
Is het misschien een idee om dit soort oefeningetjes ook op te nemen in de dyslexie-test? Al is het alleen maar om te laten ervaren dat sommige lettertesten wel vlotter gaan dan bij anderen?
PS, heb je deze tekst ook de ‘spelfout’ gevonden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten