vrijdag 26 september 2014

Passend onderwijs

Toen zoonlief op de basisschool zat, bedacht hij zich elk jaar voor de zomervakantie dat dit jaar, deze groep, eigenlijk toch wel makkelijk was, maar dat het in de volgende groep, net na de zomervakantie, vast moeilijk zou worden. Dat heeft hij alle jaren volgehouden. Ook toen hij naar de middelbare school ging, was dat zijn gedachte. Maar steeds viel het tegen. Elke volgende groep was -hoe kan het ook anders- volgend op de vorige groep, en echt moeilijk vond hij het niet. Tenminste, als je het niet over de dyslectische ongemakken hebt.

Op de middelbare school drong goed tot hem door dat hij ook hier niet vanzelf aan zijn trekken zou komen. Dat heeft tot diverse gesprekjes op school geleid. Het antwoord van school was om te beginnen een beetje standaard. Dat de mogelijkheden op school voor slimme kinderen in de onderbouw vooral bij Grieks en Latijn lagen.

Dat leverde ons de vraag op of extra talen wel de uitdaging zouden zijn waar hij en wij voor hem naar op zoek waren. Hij kan dan wel een typisch gymnasium-kind zijn (wat dat ook moge wezen), maar door de dyslexie is hij dat juist weer niet. Dat moest de docent klassieke talen ook wel toegeven toen ze opmerkte dat hij er niet mee uit de voeten kon. Zoonlief bleek toch wat meer bèta ingesteld. 

En nu? Een oplossing lag jammer genoeg niet pasklaar op de plank.
Zoonlief zelf kwam toen met het idee om iets te zoeken op het vlak van wiskunde, en in het gesprek met school zijn we tot een oplossing gekomen. Hij is, terwijl hij in de onderbouw zat, vast met het programma van wiskunde uit de bovenbouw begonnen. Als extra. Eerst zelfstandig met het boek en vervolgens als leerling in de les. En inderdaad, het resultaat was dat hij uitdaging had gevonden, hij vond het soms zelfs moeilijk. Zoonlief helemaal blij, en zijn ouders dik tevreden met de school die zo meedenkt, meezoekt en meewerkt aan deze passende oplossing!

Geen opmerkingen: